Informatie huisartsen

Informatie voor huisartsen

De informatie op deze website en in de netwerk schouder app (patient journey app) is tot stand gekomen met input van orthopedisch chirurgen, huisartsen en fysiotherapeuten uit de regio rond Noordwest Ziekenhuisgroep Alkmaar/Den Helder. We vinden het belangrijk om éénduidige informatie te geven aan de patiënt en aan de verschillende zorgverleners binnen en buiten het ziekenhuis. Het doel is om de juiste zorg te leveren op de juiste plek, bij de juiste zorgverlener, op het juiste moment; en daarmee vertraging in het behandelproces te voorkomen en efficiëntie van de geleverde zorg te vergroten.

Verwijzing naar de schouderpoli in NWZ

Op verschillende locaties van Noordwest Ziekenhuisgroep bestaat de mogelijkheid om patiënten te verwijzen naar de gespecialiseerde schouderpoli, waar patiënten in één bezoek worden gezien door een orthopedisch chirurg, radioloog en een gespecialiseerde netwerk schouder fysiotherapeut. Deze poli is bedoeld voor patiënten die al conservatief behandeld zijn en nog geen recent aanvullend onderzoek van de schouder hebben ondergaan. Er wordt een röntgenfoto gemaakt van de schouder en zo nodig volgt tijdens hetzelfde bezoek een echo, die wordt gemaakt door een radioloog. Waar nodig kan er direct bijvoorbeeld barbotage plaatsvinden. Verwijzingen verlopen via zorgdomein, patiënten kunnen snel terecht. Contact over de schouderpoli is mogelijk via de poli orthopedie in Alkmaar (072-5482500).

Logistiek in de regio

Een overzicht van de fysiotherapeuten die in Noord-Holland zijn aangesloten bij het netwerk schouder vindt u hier. Voor huisartsen is inzicht in de logistiek in de regio van groot belang. Er is een app gemaakt door orthopedisch chirurgen en fysiotherapeuten waar informatie over behandelopties per zorgpad te vinden is. Deze app is opgesteld aan de hand van de NHG richtlijn schouderklachten (2019).

Behandeling bij een schoudernetwerk fysiotherapeut

Er zijn naast oefentherapie nog verschillende behandelingen die gedaan worden door de schouderfysiotherapeut om de juiste voorwaarden te scheppen om de oefeningen goed uit te kunnen voeren. Deze behandelingen zijn:


SAPS

Richtlijn SAPS NOV
Subacromiale pijn kan worden veroorzaakt door cuffletsel (ruptuur of tendinitis), met of zonder bursitisbeeld. Belangrijk is om na te gaan of er sprake is geweest van een trauma, daarnaast speelt de leeftijd van de patiënt een rol bij de keuze voor de behandeling van SAPS. De rol van aanvullend onderzoek Aanvullend onderzoek in de eerste lijn dient te worden overwogen bij een afwijkend beloop en wanneer geen effecten worden waargenomen na gebruikelijke behandelstappen MRI van de schouder (zonder intraveneus of intra-articulair contrast) kan (aanvullend) worden verricht bij inconclusief echografisch onderzoek of complexe(re) schouder problematiek.

Behandeling bij de fysiotherapeut

Het overgrote deel van patiënten met SAPS klachten kan goed worden behandeld met fysiotherapie, wij raden aan om te verwijzen naar een van de aangesloten fysiotherapeuten uit het netwerk schouder. Een proximale bicepspeesruptuur is vrijwel nooit een reden voor operatief ingrijpen; wanneer u een proximale bicepspeesruptuur constateert is het advies om de patiënt te verwijzen naar een van de aangesloten fysiotherapeuten uit het netwerk schouder.

Behandeling bij de huisarts

Wanneer geen sprake is van trauma of indien op een echo wordt gezien dat er geen (operabel) cuffletsel is, kan een injectie in de bursa worden overwogen, deze kan door de orthopedisch chirurg en soms door de huisarts worden toegediend. 

Verwijzing naar het ziekenhuis

Met name in geval van jonge patiënten (<65 jaar) met een mogelijk cuffletsel (na trauma) is verwijzing naar de schouderpoli te overwegen. Bij patiënten jonger dan 40 jaar wordt aangeraden 3 maanden fysiotherapeutisch te behandelen en een echo te maken of naar de schouderpoli te verwijzen indien er na 3 maanden fysiotherapie geen sprake is van voortgang. Wanneer sprake is van een tendinitis calcarea die onvoldoende reageert op fysiotherapeutische behandeling, kan barbotage worden overwogen. Deze behandeling kan direct op de schouderpoli plaatsvinden.


Glenohumerale klachten

Klachten rond het schoudergewricht (frozen shoulder, glenohumerale artrose), zorgen voor pijn en bewegingsbeperking bij zowel abductie als exorotatie; behandeling is afhankelijk van de fase van de frozen shoulder en de mate van artrose.

De rol van aanvullend onderzoek

Een röntgenfoto geeft informatie over de mate van glenohumerale artrose en de stand van de schouderkop. Verder aanvullend onderzoek wordt eventueel aangevraagd door de orthopedisch chirurg, bijvoorbeeld wanneer een schouderprothese wordt overwogen in geval van vergevorderde glenohumerale slijtage.

Behandeling bij de fysiotherapeut

Een gespecialiseerd fysiotherapeut zal de patiënt oefeningen geven gericht op verschillende fases van een frozen shoulder. Onvoldoende expertise kan leiden tot het uitvoeren van verkeerde oefeningen waardoor het frozen shoulder beeld kan verergeren.

Behandeling bij de huisarts

De huisarts kan behandelen met pijnbestrijding en eventueel een intra-articulaire injectie toedienen. Indien de irritability van de schouder niet vermindert na twee maanden oefeningen via de fysiotherapeut, zal deze terugverwijzen naar huisarts of orthopedisch chirurg.

Verwijzing naar het ziekenhuis

In geval van een persisterende mobiliteitsbeperking kan doorverwijzing worden overwogen.


Overig schouderaandoeningen

Trauma van de schouder

Veelvoorkomende letsels rond het schoudergewricht zijn een subcapitale humerusfractuur, claviculafractuur of een AC-luxatie.

De rol van aanvullend onderzoek

Wanneer in het acute stadium een fractuur of luxatie zijn uitgesloten, is de aanbeveling om 2 weken na trauma een röntgenfoto of echografie van de schouder te laten verrichten, indien er klachten blijven bestaan.

Behandeling bij de fysiotherapeut

Wanneer op een foto of echo van de schouder geen afwijkingen worden gezien wordt verwijzing naar één van de aangesloten fysiotherapeuten uit het netwerk schouder geadviseerd. Voor bovenbeschreven veelvoorkomende fracturen zijn hier fysiotherapie oefeningen te vinden.

Behandeling bij de huisarts

Acht tot twaalf weken na de start van fysiotherapeutische behandeling wordt een evaluatie van het effect van de behandeling aanbevolen. In geval van afwijkend beloop is overleg met een orthopedisch chirurg raadzaam.

Behandeling in het ziekenhuis

In geval van een fractuur wordt in het ziekenhuis een röntgenfoto gemaakt bij trauma, na één week kan de foto worden herhaald om dislocatie uit te sluiten. In geval van een claviculafractuur is verdere beeldvorming niet altijd geïndiceerd, in overige gevallen kan worden gekozen voor bevestiging van callusvorming in goede stand rond 6 weken na het letsel.


Instabiliteit van de schouder

Bij een (sub)luxatie van de schouder is het van belang of er een aanleidend trauma is geweest, en of er sprake is van hyperlaxiteit in andere gewrichten. De leeftijd van de patiënt speelt eveneens een rol. De rol van aanvullend onderzoek. Na repositie dient een röntgenfoto te worden gemaakt om ossaal letsel (een Hills-Sachs laesie of een Bankartletsel) uit te sluiten. Na een eerste schouderluxatie is aanvullend onderzoek daarnaast in eerste instantie niet noodzakelijk, wel is het goed te realiseren dat een groot deel van de oudere patiënten bij een schouderluxatie ook een cufflaesie kan oplopen en bij aanhoudende klachten daarom een echo te overwegen is.

Behandeling bij de fysiotherapeut

Fysiotherapie kan bijdragen aan stabiliteit van de schouder, waarbij aandacht bestaat voor verbeteren van kracht en coördinatie. Na een eerste anterieure luxatie mag de schouder de eerste weken laag belast worden geoefend binnen de bepaalde grenzen (geen grote bewegingsuitslagen). Het bewegen tot de eindstanden van de bewegingsuitslagen mag pas vanaf 6 weken; volledig herstel duurt ongeveer een ½ jaar.

Verwijzing naar het ziekenhuis

Bij aanhoudende instabiliteitsklachten kan stabiliserende chirurgie worden overwogen.